Sporen

Ik heb gezworven langs de randen van de hel,
ik was vergeten of ik ergens wilde wonen,
ik was de zoon van meest verloren zonen,
ik was een schaakstuk in mijn eigen geestesspel.

Ik was het slachtoffer van ingebeeld bevel
en zelfs de koning moest zichzelf onttronen,
uit alle macht beslist om niets te tonen,
ik toonde niets, maar iedereen die zag het wel.

Te weten nu hoe diep een mens kan zinken;
het kennen van die diepte biedt mij zekerheid,
ik kan er voor een tijdje zeker tegen.

Of een ontsporing leidt tot nieuwe wegen
of dat een nieuwe weg weer tot ontsporing leidt,
wie eens verdronken is kan niet meer verdrinken.